Niet alleen volwassenen, maar ook kinderen ervaren druk om zo goed mogelijk te presteren, populair te zijn bij leeftijdgenoten en erbij te horen. We zien dan ook steeds vaker faalangst, sociale angst en somberheid op jonge leeftijd. Hoe kunnen wij onze kinderen helpen om wat vriendelijker te zijn voor zichzelf  en voor anderen? Hoe kunnen we hun leren dat het ‘perfecte plaatje’ niet echt is, en dat ze goed zijn zoals ze zijn?

Dat is precies het doel van dit boek. Compassie en zelfcompassie lijken misschien moeilijke woorden, maar met behulp van herkenbare en concrete voorbeelden is het heel goed mogelijk deze te bespreken en te oefenen met een kind.

Aan de hand van oefeningen over aandacht, stress, vriendelijkheid voor jezelf én voor anderen leren kinderen tussen 8 en 13 jaar stap voor stap meer compassie te hebben voor zichzelf en de wereld om hen heen. Ze leren op te merken wat er in hun hoofd en lijf gebeurt, en dat het nou eenmaal niet mogelijk is om alles goed te doen. Op deze manier ontwikkelen ze de vaardigheid om met vriendelijkere ogen naar zichzelf en anderen te kijken. 

Dit boek schreef ik samen met Marjolein Prenger. Marjolein  is orthopedagoog-generalist en docent bij de vakgroep Psychologie, Gezondheid en Technologie van de Universiteit Twente. Marjolein werkt net als ik als gecertificeerd mindfulness- en compassietrainer met ouders, kinderen en leerkrachten.